Wie een grensoverschrijdende fusie of overname overweegt, neemt best ook een gids onder de arm die de lokale wetgeving en gebruiken kent en die weet hoe de financieringsmarkt er werkt. “Zelfs voor een transactie tussen een Vlaams en een Nederlands bedrijf, die dezelfde thuistaal hebben, is dat het geval. De financiering van een buitenlandse transactie is de jongste jaren een stuk complexer geworden”, zeggen Wim Ost van Moore Corporate Finance in België en Marco du Pré van de Moore-vennootschap Crossminds in Nederland.
Ost: “Meer en meer bedrijiven kijken over de grens in het kader van hun groeiplannen. Dat kan zijn omdat ze op zoek zijn naar een bijkomende markt, omdat ze aan schaalvergroting willen doen of omdat ze kennis en technologie willen binnnenhalen. Voor Vlaamse bedrijven is Nederland dan vaak een logische stap, Voor Nederlandse ondernemingen geldt hetzelfde met de Vlaamse markt.
Du Pré: “De transacties die de bedrijven daarbij beogen, gaan doorgaans gepaard met een hoge investerings- en financieringsbehoefte en omdat het gaat over grensoverschrijdende transacties brengen die een grotere complexiteit met zich. Voor veel bankiers is het niet evident om buitenlandse deals te financieren omdat ze niet vertrouwd zijn met de regels in het andere land. En dan dreig je te moeten terugvallen op een financiering uit dat land zelf. Dat is niet altijd even voor de hand liggend. De markt voor financieringen zit er vaak anders ineen dan wat je thuis gewend bent. Als je daar pas op het einde van je onderhandelingen op stoot, kan dat problemen geven. Je stopt dan ook best de financiering in het voortraject van je onderhandelingen. The devil is in the details.”
Andere regels
Ost: “Drie assen komen altijd terug bij de financiering van een internationale transactie. De eerste is de kennis van de lokale financieringsmarkt. In België is er een historische dominantie van de vier grootbanken, die de afgelopen jaren werd aangevuld met interessante alternatieve spelers. In Nederland is er al langer een veel meer gediversifieerd financieringslandschap. Goede contacten in het steeds wijzigend financieringslandschap is dan ook essentieel. Ten tweede: je onderhandelt altijd in een specifieke context. Commerciële voorwaarden, convenanten en zekerheden die in de Belgische financieringsmarkt als marktconform kunnen worden beschouwd zijn dat niet altijd in Nederland, en omgekeerd. En drie: je hebt de juridische en fiscale kant van een transactie: hoe zit het met de verwerking van interne meerwaarden op aandelen? Hoe worden intresten fiscaal behandeld? Hoe structureer je een overnamefinanciering rekening houdend met de fiscale richtlijnen? Dat is in Nederland anders dan in België.”
”Wie een grensoverschrijdende transactie wil opzetten, richt zich dan ook best tot een adviseur die de lokale markt kent. Bij Moore hebben we het voordeel dat we overal met lokale teams werken, die de plaatselijke wetten en gebruiken goed in de vingers hebben. Omdat we ook al heel wat zaken samen hebben gedaan, weten we waarvoor we op onze collega’s in een andere markt kunnen terugvallen. Als je met een gekende lokale adviseur samenwerkt, ervaar je ook sneller vertrouwen bij de tegenpartij”, aldus nog Ost.
Du Pré:”Bij ons heb je het voordeel dat we vlot bereikbaar zijn, sectorbreed werken en intrinsiek sterk betrokken zijn bij de transacties”
Minder transparante financiering
Ost: “Een goede begeleiding is steeds meer een noodzaak geworden. De financieringsmarkten zijn de jongste jaren minder transparant geworden. Het kredietproces van banken is minder voorspelbaar geworden. Bovendien had je vroeger al snel 4 à 5 voorstellen op een korte termijn. Nu kan het soms meerdere maanden duren vooraleer alles rond is. Door die evolutie wordt ook meer naar alternatieven voor een bankfinanciering gekeken, een markt die volop in beweging is en een strategische hefboom kunnen betekenen voor ondernemingen.”
Ondanks alle goede voorbereidingen lopen heel wat grensoverschrijdende transacties toch nog fout. Du Pré. “Als familiebedrijven een grensoverschrijdende transactie doen, ondergaan ze een transformatie. In het eigen bedrijf is de familie elke dag aanwezig, in een overgenomen bedrijf lukt dat meestal niet. Is er een probleem bij een bedrijf in het binnenland, dan spring je in de auto en ben je er binnen enkele uren. Bij een buitenlands bedrijf is dat niet het geval. Een bedrijf in het binnenland kan je in twee maanden op de gewenste manier organiseren, in het buitenland heb je daar wellicht anderhalf jaar voor nodig.”