De federale regering heeft dinsdag de federale waterstofstrategie gelanceerd in het Antwerpse havenhuis. Dat gebeurde in aanwezigheid van premier Alexander De Croo, minister van Energie Tinne Van der Straeten en staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine. “We moeten vandaag een keuze maken voor waterstof, zodanig een de-industrialisatie in ons land te vermijden”, zei premier De Croo.
In maart besliste de regering om de federale waterstofstrategie, aangenomen in 2021, te herzien en haar uitvoering aan te scherpen. De strategie wil van België een strategische hub maken voor waterstof in Europa, om zo de hele energiesector te decarboniseren. De regering schenkt aandacht aan importdiversificatie, strategische opslag en de versterking van België als draaischijf van hernieuwbare moleculen.
De (her)lancering van de strategie gebeurde dinsdag in aanwezigheid van tal van industriële stakeholders. Andere genodigden waren Jacques Vandermeiren, de CEO van de Port of Antwerp-Bruges en de Europese vice-directeur-generaal voor Energie, Mechthild Wörsdörfer.
“Om door te breken als hub voor waterstof is samenwerking essentieel”, zei De Croo. “Europese overheden moeten een gelijk speelveld creëren zodat we onze industrie hier kunnen houden.” Onze strategische infrastructuur, reeds aanwezig in bijvoorbeeld Zeebrugge, moet ook een belangrijke rol gaan spelen in de federale strategie.
“We hebben vroeger al de keuze gemaakt voor LNG, voor nucleaire energie of voor windenergie”, besloot De Croo. “Nu staan we voor dezelfde keuze met waterstof. Zonder het uitwerken van deze technologie zal de industrie hier verdwijnen en verliezen we tevens de strijd tegen klimaatopwarming.”
Nieuw is de oprichting van een federale waterstofraad. Daarnaast heeft de haven van Antwerpen-Brugge de ambitie om een essentiële speler te worden wat betreft import en productie van groene waterstof. Men kijkt naar geostrategische routes via onder andere de Noordzee en de Middellandse Zee.
De uitdagingen om België om te vormen tot “Europese waterstofpoort” zijn niet min. Ten eerste moet de toevoer verzekerd worden via integratie van Europese netwerken, infrastructuur, certificaten en standaarden. Ten tweede moeten heel wat industriële cliënten overtuigd worden om over te schakelen op waterstof. Ten derde moet Europa rekening houden met concurrentie uit Japan of Australië.
Om de vraag te stimuleren, kijkt men naar zogenaamde CFD’s: Contract for Difference. CFD’s zijn een financieel derivaat dat beleggers toelaat een bepaalde positie in te nemen in een onderliggend actief zoals waterstof. Een CFD wordt afgesloten tussen twee partijen, een koper en een verkoper. Of dat systeem binnen een Europese investeringsbank kan worden toegepast, is voorlopig onduidelijk.
Vandaag is waterstof nog steeds te duur om door de, vooral chemische, industrie gebruikt te worden. “Essentieel is het relatieve prijsverschil tussen diesel en waterstof naar beneden krijgen”, legt ondernemer Alexander Saverys uit. Met andere woorden, het prijsverschil moet positief worden gemaakt in het nadeel van fossiele brandstoffen. “Hoe sneller we dat kunnen bekomen, hoe sneller waterstof zal doorbreken.” Saverys’ zijn scheepvaartgroep CMB startte onder andere in Namibië met een pilootproject voor de productie van waterstof.
Volgens Jacques Vandermeiren, CEO Port of Antwerp-Bruge, is de Belgische strategie niet het voornaamste punt. “Vooral de implementatie op het terrein zal het verschil maken”, legt Vandermeiren uit. “Met de energiecrisis merken we hoe afhankelijk we zijn. We hebben de infrastructuur, de kennis en de nodige schakels om succesvol te zijn. Elke transitie is moeilijk, maar we zullen dit moeten doen.”
Volgens minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) is het belangrijk om snel op de kar van groene waterstof te springen. “Vooroplopen rendeert het meest. (…) Dankzij groene waterstof versterken we onze energieonafhankelijkheid en vergroenen we tegelijkertijd onze industrie.”
Staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine (PS) besluit dat Belgische bedrijven het potentieel hebben om wereldkampioenen te worden in de groene waterstofeconomie. “Het nationaal relanceplan telt zeven projecten van in totaal 500 miljoen euro voor de ontwikkeling van een duurzame waterstofeconomie. Het nationaal relanceplan ondersteunt onze bedrijven om de internationale ambities waar te maken.”
Waterstof kan worden geproduceerd en zit dus niet in ondergrondse voorraden. Een veelbelovende methode voor de productie van waterstof is de elektrolyse van water. Waterstof kan het goedkoopst worden geproduceerd in landen met veel potentieel aan hernieuwbare energie, zoals enorme zonneparken in woestijngebieden of grote windparken.
Door de huidige energiecrisis staat strategische opslag prominent in de herziene waterstofstrategie. De strategie zet daarom in op waterstofderivaten zoals ammoniak, methanol en methaan. Deze afgeleide producten kunnen makkelijk worden opgeslagen.
Bron: Belga