Bezit u aandelen in een vennootschap en hebt u een partner? Dan is het belangrijk te weten of u alleen of samen met uw partner eigenaar van deze aandelen bent. Wie het antwoord kent, vermijdt onaangename verrassingen bij een echtscheiding of een overlijden. Het antwoord wordt mee bepaald door uw samenlevingsvorm. Zit u in een latrelatie, woont u feitelijk of wettelijk samen of bent u gehuwd? En in dit laatste geval: onder welk stelsel bent u gehuwd?
Diverse mogelijkheden
We zoomen in op de mogelijke situaties.
1. U hebt een latrelatie, woont feitelijk of wettelijk samen of bent gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen.
In dat geval is er meestal weinig discussie. Zijn de aandelen in het aandelenregister ingeschreven op uw naam, dan wordt vermoed dat u de eigenaar bent, tenzij het tegendeel wordt bewezen.
Hebt u een samenlevingsovereenkomst? In dit geval kijkt u wel best na of er clausules in opgenomen zijn die betrekking hebben op de aandelen van uw vennootschap. Dit geldt ook voor uw huwelijkscontract van scheiding van goederen.
2. U bent gehuwd onder een gemeenschapsstelsel.
Bent u gehuwd zonder een huwelijkscontract of met een huwelijkscontract onder het wettelijk stelsel, het stelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten, … dan kan het complexer zijn.
Hierna bespreken we de regels, indien u gehuwd bent zonder huwelijkscontract. Dan is automatisch het wettelijk stelsel van toepassing.
Hebt u een huwelijkscontract, dan is het belangrijk uw huwelijkscontract te checken. Want dat zou kunnen afwijken van de regels van het wettelijk stelsel. In het wettelijk stelsel wordt vermoed dat de aandelen tot het gemeenschappelijk vermogen van de partners behoren. U kunt wel het tegenbewijs leveren dat de aandelen tot uw eigen vermogen behoren. Dat is het geval als u ze al voor uw huwelijk had of tijdens uw huwelijk via erfenis of schenking verkreeg. Of omdat u de aandelen gekocht hebt of de vennootschap opgericht hebt met eigen gelden van voor het huwelijk of uit een schenking of een erfenis. U moet dit dan wel kunnen bewijzen met de nodige documenten zoals een oprichtingsakte van voor het huwelijk, een aangifte van de nalatenschap, een schenkingsakte …
Kan u dat bewijs niet leveren, dan zullen de aandelen tot uw gemeenschappelijk vermogen behoren.
Het verhaal is niet altijd even zwart-wit. Het is mogelijk dat u aandelen bezit die tot uw eigen vermogen behoren, maar dat u later extra aandelen bijkocht van een andere vennoot. Of dat u hebt ingeschreven op een kapitaalverhoging met uitgifte van nieuwe aandelen. Als u hiervoor gemeenschappelijke gelden zoals beroepsinkomsten gebruikt hebt, behoren deze aandelen tot uw gemeenschappelijk vermogen. Stel dus goed de historiek van de aandelen samen. Hiermee is de kous niet af. Zijn de aandelen in het aandelenregister alleen op uw naam ingeschreven, maar heeft u ze sinds 1 september 2018 voor minstens de helft verkregen met gemeenschappelijke gelden? En gaat het om aandelen in een vennootschap die onderworpen is aan wettelijke of statutaire regels (zoals de BV) of aan aandeelhoudersovereenkomsten die de overdracht van de aandelen beperken (zoals een goedkeuringsclausule of een recht van voorkoop,…)? Of om een vennootschap waarin alleen u (en dus niet uw partner) uw professionele activiteit als zaakvoerder of beheerder uitoefent? Dan moet u ook rekening houden met de wijziging van het huwelijksvermogensrecht die op die datum in werking trad.
De zogenaamde lidmaatschapsrechten van die aandelen zoals het recht om deel te nemen aan en te stemmen op de algemene vergadering en het recht om als eigenaar te handelen – in het Frans ‘de titre’ – zijn eigen. De vermogenswaarde of het recht op de gelden bij een verkoop of een vereffening – in het Frans ‘de finance’ – is dan weer gemeenschappelijk.
U kunt de aandelen in dergelijke gevallen alleen verkopen. Maar de verkoopopbrengst is wel gemeenschappelijk. Die moet u dus delen met uw partner.
Als u uit de echt scheidt, kunt u de aandelen behouden, maar moet u de waarde vergoeden aan de gemeenschap. Dat betekent dat uw partner de helft van de waarde ontvangt. Maar ook in geval van een overlijden of een schenking zijn er specifieke gevolgen en aandachtpunten omdat u en niet uw partner beschouwd wordt als eigenaar. Enkel de vermogenswaarde is immers gemeenschappelijk. Kijk dus zeker na of dit overeenstemt met uw wensen. Is dat niet het geval, dan laat u best uw huwelijkscontract aanpassen.
Een meevaller is alvast dat de Vlaamse Belastingdienst voor aandelen in familiale vennootschappen aanvaardt dat het verlaagd tarief voor de erfbelasting ook toegepast kan worden als enkel de vermogenswaarde gemeenschappelijk is, in de hypothese dat uw partner die geen lidmaatschapsrechten heeft, zou komen te overlijden.
Voor aandelen die u al voor 1 september 2018 verkreeg, bestaat een gelijkaardige regeling. De toepassingsvoorwaarden ervan zijn wel anders. Ook de gevolgen kunnen op een aantal punten verschillen.
Let op met het oppotten van beroepsinkomsten
Let ook op als u uw beroep uitoefent via een vennootschap waarvan de aandelen tot uw eigen vermogen behoren en u uw gemeenschappelijke beroepsinkomsten in deze vennootschap oppot. In dat geval kan uw partner een vergoeding eisen bij ontbinding van het stelsel zoals bij een overlijden of een eventuele echtscheiding. Met deze regeling wil de wetgever vermijden dat de gemeenschap een nadeel zou ondervinden, omdat u uw beroepsactiviteit uitoefent via een vennootschap die tot uw eigen vermogen behoort. Als u niet via een vennootschap zou werken, zouden de beroepsinkomsten immers gemeenschappelijk zijn. Wettelijk heeft de gemeenschap dan ook recht op een vergoeding voor de netto beroepsinkomsten die ze redelijkerwijze had kunnen ontvangen als het beroep niet binnen een vennootschap uitgeoefend zo zijn.
De vergoedingsregeling geldt voor de inkomsten die u oppot vanaf 1 september 2018, ook voor vennootschappen opgericht voor deze datum.
Auteur: Patricia Goeleven, adviseur Financiële Planning, KBC Private Banking en Wealth