De Belgische koepelorganisaties voor de lokale besturen – VVSG, Brulocalis en UVCW – hebben de federale overheid woensdagochtend in een memorandum aangemaand om dringend werk te maken van een betere financiering voor de lokale besturen, een versterking van de lokale democratie en een betere samenwerking met de 581 gemeenten in ons land.
Het memorandum ‘Autonomie en Subsidiariteit voor een Krachtige Lokale Democratie in 2024’ werd opgesteld door de drie koepelorganisaties voor de lokale besturen in België, waaronder de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), het Waalse Union des Villes et Communes de Wallonie (UVCW) en het Brusselse Brulocalis.
“Vandaag hebben we samen met de 581 gemeenten in België een signaal gegeven aan de federale regering dat er toch wat vragen en opmerkingen zijn. We vragen de volgende regering dan ook om rekening te houden met de lokale besturen, zij zijn belangrijk”, aldus VVSG-voorzitter Wim Dries (CD&V).
Dries wijst op het feit dat federale beslissingen nog steeds heel wat impact kunnen hebben op de lokale besturen, dit ondanks het gegeven dat de bevoegdheid lokale besturen geregionaliseerd is. Zo hebben fiscale hervormingen, maar ook pensioenregeling heel wat impact op de lokale besturen. “Vandaar dat we de handen in elkaar hebben geslagen met UCVW en Brulocalis, we willen met één stem naar de volgende federale regering communiceren”, stelt Dries.
De koepelorganisaties willen dat de volgende federale regering de lokale besturen meer betrekt bij het besluitvormingsproces. Er moeten efficiënte overlegmechanismen op poten gezet worden en meer volgens een dynamiek van co-creatie gewerkt worden. “Wij voelen ons niet gerespecteerd als volwaardige partner”, aldus VVSG-voorzitter Dries. “Vaak zitten wij niet rond de tafel om dossiers die belangrijk zijn voor de lokale besturen mee op te volgen en mee richting te geven.”
Volgens Dries moeten ook de financiële en logistieke middelen voor lokale besturen verhoogd worden. Het principe van budgettaire neutraliteit moet gerespecteerd worden door de federale regering, stellen de organisaties. Daarom moet gegarandeerd worden dat de nodige financiële slagkracht van de lokale besturen behouden blijft om hun taken en verantwoordelijkheid tot een goed einde te brengen.
Beslissingen die een financiële impact hebben op de gemeenten moeten budgetneutraal zijn of volledig gecompenseerd worden. Verder moet er bij toekomstige fiscale hervormingen rekening gehouden worden met de lokale besturen en mogen de gemeenten niet nog meer middelen mislopen.
Er moeten ook voldoende middelen voorzien worden voor de gemeentediensten, alsook wordt er een transparante herfinanciering van de politie- en veiligheidsdiensten in de gemeenten geëist. De verdeelsleutel voor middelen voor de lokale politie tussen de gemeenten, gekend als de KUL-norm, moet herzien worden, aldus de koepelorganisaties.
De kosten voor politie en brandweer mogen niet verder oplopen in de toekomst, aldus VVSG, Brulocalis en UVCW. Daarom vraagt men dat de inkomsten uit de dotaties aan de gemeenten volgende legislatuur geïndexeerd worden en met één procent worden opgetrokken.
“In dossiers zoals politie en brandweer nemen lokale besturen grote kosten op zich. Toch zitten we niet met een beslissende stem aan tafel tijdens loons- en arbeidsonderhandelingen”, aldus Dries. “De federale regering schenkt vandaag al heel wat toelagen aan de lokale besturen, zoals voor politie, brandweer en OCMW. Maar over het algemeen zien we dat de kosten sneller stijgen dan de toelages. Zorg dat de middelen op peil blijven en de inflatie mee in rekening wordt genomen.”
Doctoraatstudent en politicoloog Raf Reuse (UGent), die tevens fractievoorzitter is voor Groen in de gemeenteraad van Brugge, gelooft “dat er een aantal terechte punten worden aangehaald in het memorandum”. “Het lokale niveau verdient inderdaad meer respect. Lokale besturen beschikken over belangrijke bevoegdheden en hebben een grote impact op het dagelijkse leven van burgers. De federale overheid moet de steden en gemeenten beter ondersteunen in die taken”, zo duidt Reuse.
Een teer punt is de financiering van de politie- en hulpverleningszones, verklaart Reuse. “Die nemen een grote hap uit het budget van de lokale besturen. Het aandeel van de federale overheid is heel beperkt.”
Volgens Reuse moet over het algemeen de wisselwerking tussen federatie en gemeente verder opgeschroefd worden. “Neem het dossier van de opvang van asielzoekers, te weinig gemeenten gaan in op de vraag van de federale regering om meer opvangplaatsen te creëren”, aldus Reuse. “Tegelijkertijd hebben de opeenvolgende federale regeringen een jojobeleid gevoerd. Zo komen we er natuurlijk niet.” Met jojobeleid wijst Reuse op het gegeven dat er bijkomende opvangplaatsen voor asielzoekers werden gecreëerd door de ene regering, om vervolgens weer afgeschaft te worden door de volgende.
Belga