Een robuuste bescherming van klokkenluiders in het Europees Parlement had een corruptieschandaal als Qatargate misschien kunnen vermijden. Dat heeft ngo Transparancy International aangegeven in de bijzondere commissie over buitenlandse inmenging in het parlement.
Volgens adjunct-directeur Nick Aiossa van Transparancy International EU worden de regels over de bescherming van klokkenluiders niet voldoende toegepast in de instellingen, agentschappen en organen van de Europese Unie. Het Europees Parlement is volgens hem de instelling die de deze regels het minst respecteert, met name voor ambtenaren en assistenten.
“In 2016 hebben drie parlementaire assistenten zich gepresenteerd als klokkenluiders en ze werden ontslagen. Tot 2021 zijn er geen klokkenluiders meer geweest. Het is aan het Bureau (het orgaan waarin de voorzitter, vicevoorzitters en quaestoren de interne regels van het parlement bepalen, nvdr) om de regels te herzien, maar dat is waar alle goede ideeën sterven”, verklaarde Aiossa aan de Europarlementsleden.
Aiossa onderstreepte dat het parlement, dat vaak de eisen van Transparancy International heeft ondersteund, de enige instelling van de Europese Unie is die zowel in 2014 als 2021 weigerde om deel te nemen aan een studie van de ngo over de integriteit van de Europese instellingen.
Het Europees Parlement werd eind vorig jaar opgeschud door een corruptieschandaal dat blootlegde hoe derde landen met grote geldbedragen parlementsleden probeerden te verleiden om beslissingen te beïnvloeden. Qatar en Marokko worden genoemd. Na het losbarsten van het schandaal presenteerde voorzitter Roberta Metsola 14 noodmaatregelen om een aantal problemen aan te pakken die Qatargate aan het licht had gebracht. Die maatregelen zijn volgens Aiossa noodzakelijk, maar onvoldoende. Hij vroeg de verplichte registratie van vertegenwoordigers van derde landen in het transparantieregister, net als voor vertegenwoordigers van lobbygroepen, met inbegrip van ngo’s.
Bron: Belga
