Event: Board Insights: Crisis Governance op 6/12 • Schrijf je hier in

Search

Nieuw: Book & Boards Event op 12/05
Bekijk de sprekers

Event: Board Insights: Crisis Governance op 6/12 • Schrijf je hier in

Search
Close this search box.
  • Home
  • >
  • Strategie
  • >
  • “Overgang van shareholdermodel naar stakeholdermodel kent groeipijnen”

“Overgang van shareholdermodel naar stakeholdermodel kent groeipijnen”

Op 11 oktober is Peter Verhezen gastdocent in de sessie Board Insights die De Bestuurder organiseert in samenwerking met Antwerp Management School. Het thema van de workshop is “De impact van ESG op het ethisch kompas van de onderneming.” Verhezen zal er samen met de ervaren bestuurders Bart De Smet en Inge Plochaet een interactieve sessie geven. In een interview met De Bestuurder deelt hij zijn visie op de uitdagingen waar bestuurskamers mee te maken krijgen wanneer ESG-inspanningen impact hebben op stakeholdermanagement.

“Door ESG evolueren we van een shareholder-model naar een stakeholder-model. Daarin komen  naast de belangen van de aandeelhouders ook de bekommernissen van andere groepen aan bod. Maar die transitie loopt niet altijd even vlot. Er is veel kritiek op de regulering die ermee gepaard gaat. En dat is ook te verklaren. Met de E van Environment of Milieu en de S van Sociaal zijn we bijvoorbeeld nog maar korte tijd bezig. Ze hebben daardoor niet dezelfde maturiteit als de G van Good governance of goed bestuur. Bovendien heeft alleen de Europese Commissie ze gereglementeerd. In de VS of in Azië gebeurde dat niet ”, zegt professor Peter Verhezen.

Verhezen, die zowel een doctoraat in de filosofie als een master in Economie en een MBA in Finance voltooide, doceert rond duurzaamheid en goed ondernemingsbestuur aan de Antwerp Management School en de Universiteit Antwerpen. Daarnaast adviseert hij met The Boardroom Partnership wereldwijd bedrijven over hun strategie, hun risico’s en hun bestuur. Wonen doet hij deeltijds met zijn familie in Bali in Indonesië en deeltijds in het Antwerpse. Het zorgt ervoor dat hij goed geplaatst is om de evoluties in het Europese bedrijfsleven ook van buitenaf te evalueren.

PV1

“Ik ben een grote voorstander van ESG, maar het is niet omdat een bedrijf goed scoort op die criteria dat het per definitie ook winstgevend is. De E, S en G zijn dus belangrijk, maar de cashflow is dat eveneens. Zonder return on investment is er geen onderneming. Een bestuurder moet zijn verantwoordelijkheid tegenover de investeerders blijven nakomen.” Aldus Verhezen.

Verhezen: “Het is een ‘fiduciary duty’ die dezer dagen wordt geïnterpreteerd, waarbij de continuïteit van de al dan niet beursgenoteerde onderneming centraal komt te staan. Het is dus niet alleen meer de winstgevendheid voor haar investeerders die telt, wat lange tijd nochtans het adagio van degelijk bestuur was.”

 “Ik pleit er dan ook voor dat bedrijven hun ESG-beleid zouden integreren in hun strategie. Ze kunnen er mogelijk een winstcenter te maken, wat sommigen als puur pragmatisch utilitarisme zullen bestempelen. Ik zeg alleen maar dat we niet naïef moeten zijn in het zakendoen. Een voorbeeld: vroeger verkocht Philips lampen, maar dat evolueerde. Zo besliste de luchthaven van Schiphol om niet langer lampen te kopen, maar om ze te leasen. Philips werd verantwoordelijk om licht in de luchthaven te garanderen. Het had er dan ook alle belang bij om lampen te maken die zo lang mogelijk meegingen. Daar komt nu nog het aspect van de slimme lampen bij – omwille van de sensoren in die ledlampen die data via het internet der dingen naar het datacenter van Philips sturen zodat  je vanop afstand kan controleren welke lampen al vervangen moeten worden en welke niet. Het is een mooi voorbeeld van de wisselwerking tussen artificiële intelligentie en duurzaamheid. Uiteindelijk komt zo’n model iedereen ten goede.”

De Bestuurder: Ondanks de maatschappelijke voordelen van ESG zie je dat een aantal bedrijven zijn ambities op dat vlak momenteel noodgedwongen terugschroeft omdat er een stevige kostprijs aan verbonden is die niet altijd even makkelijk draagbaar is. Bovendien lijkt het ook politiek minder belangrijk te worden. Dreigt ESG dan geen voorbijgaande hype te zijn?

Peter Verhezen: ESG is een trend die je niet meer omkeert. De geest is uit de fles, ondanks het feit dat heel wat politici en raden van bestuur die vergroening iets trager willen doen verlopen. Dat zien we onder meer zeer duidelijk in de autosector. Het is niet meer mogelijk om terug naar de verdieseling te gaan. Die periode ligt achter ons, zelfs al verloopt de transitie naar elektrisch rijden vandaag wat trager. Zo liet Volvo met haar Chinese eigenaars onlangs uitschijnen dat ze de volledige electrificering van haar auto’s toch iets zullen verlaten dan de oorspronkelijke deadline van 2030.

ESG is te belangrijk geworden om nog genegeerd te worden door de ondernemingen. Zeker jongeren hechten er veel waarde aan. Zij willen niet meer werken in bedrijven die op dat vlak niet goed scoren.

Toen zien heel wat ondernemers ESG nog altijd te veel als iets waaraan ze nu eenmaal moeten voldoen, zeker nu de tijden wat moeilijker worden. Ze bekijken het vanuit hun auditdepartement vooral juridisch en administratief en te weinig strategisch. Ik ben er voorstander van om duurzaamheid te verwerken in de bedrijfsstrategie. In Dubai kreeg ik onlangs al de opmerking: ‘We willen wel meedoen. Niet omdat het moet, maar omdat het opbrengt.’

Zolang iedereen meewerkt om onze economie en industrie te vergroenen – de E van ESG – en te vermenselijken – de S van het verhaal – zal iedereen daar wel bij varen, wat ook de uiteindelijke beweegredenen mogen geweest zijn van de individuele ondernemingen, hun ondernemers en hun bestuurders.

Draagt ESG er dan niet toe bij dat het Europese bedrijfsleven zich uit de markt prijst? Welke zin heeft het als het bedrijfsleven in de VS en Azië niet dezelfde standaarden moeten volgen?

We komen uit een periode van dertig jaar hyperglobalisering, maar die loopt nu ten einde. Er is nu veel meer protectionisme omwille van de veranderde geopolitieke constellatie. In de VS was die tendens naar iets meer protectionisme onder de Democratische president Obama al het geval en nog veel meer onder de Republikeinse president Trump. Met collateral damage voor bijvoorbeeld het milieu.

Europa heeft momenteel inderdaad de hoogste standaarden, maar de andere regio’s zullen volgen: We mogen het ‘Brussels effect’ in termen van regulering buiten de EU-grenzen ook niet onderschatten. In de VS gebeurt het volgen nu al schoorvoetend. Ik ben ook optimistisch over de progressie die we op termijn zullen maken. Het is echter geen lineair proces. Er zal ook reglementering moeten komen om greenwashing te vermijden en een gelijk internationaal speelveld voor de ondernemingen in bepaalde industrieën te waarborgen.

We hebben bovendien de neiging om alles door onze Westerse bril te bekijken. De vertrekpunten in de diverse regio’s zijn anders.

In Europa of in Azië heb je vaak een geconcentreerd aandeelhouderschap. In Europa hebben we nog veel familiebedrijven, zelfs bij grote ondernemingen als Volkswagen of AholdDelhaize. Ook in Azië is het vaak de overheid of de familie die de dominante aandeelhouder is. De grootste tien beursgenoteerde familiebedrijven in Thailand, Zuid-Korea, Filipijnen en Indonesië zijn grosso modo verantwoordelijk voor 35% à50% van het bbp in die landen. In China zijn 70% van de beursgenoteerde bedrijven in handen van de Staat. De concentratie van macht in de handen van Staat en veelal patriarchen in die Aziatische landen is enorm.

PV2

In de VS heb je dat geconcentreerd aandeelhouderschap niet. En dat is belangrijk want veel investeerders zoals BlackRock, Vanguard en Fidelity hebben hun hoofdkantoor in de VS en bijkantoren in het Verenigd Koninkrijk. Ze hebben door hun internationale investeringen direct of indirect enorm veel invloed in de raden van bestuur in al die landen buiten de VS en VK. Zij denken Angelsaksisch en hebben een ongelooflijke impact op de manier waarop bedrijven worden geleid en op wat hun rol in de samenleving is.

In Europa wordt alles stevig gereglementeerd. De VS zijn koele minnaars voor dit soort Europees denken. Het debat wordt er ook sterk gepolitiseerd. Zo zijn de Republikeinen tegen het opleggen van ESG-criteria aan de bedrijven. De enige opdracht die de bestuurders volgens hen hebben, is het maximaliseren van de ondernemingswaarde. Toch is er intussen al een zeer lange weg afgelegd. In de Delaware Roundtable zegt nu al 70% van de bedrijfsleiders dat ESG cruciaal is voor hun onderneming.

Ook in Azië wordt Europa of zelfs VS niet langer gezien als het leidend voorbeeld – met dank aan de financiële crisis van 2008 en de toegenomen invloed van Aziatisch kapitaal en de inter-Azitatische handel.

Het zal echter niet volstaan dat Europa bijvoorbeeld het milieuvraagstuk alleen aanpakt. Ook andere regio’s zullen moeten meedoen. Ik denk dat vooral aan de VS en de grote opkomende markten zoals China en in iets mindere mate India.

De verschillende standaarden wegen wel door. Kan je vanuit een ESG-standpunt wel verantwoorden dat arbeiders in het ene land 20 euro en in een ander land 2 euro per uur verdienen?

Daar kan je een discussie over voeren. Veel van de Westerse bedrijven zijn geen rechtstreekse betalers in de lagelonenlanden. Ze werken er met onderaannemers en die zitten in hun toeleveringsketting.

In 1991 zond de BBC een reportage uit over de arbeidsomstandigheden van mensen die aan producten van Nike werkten in Indonesië. De arbeidskosten bedroegen er slechts 4% van die in de VS. Het leidde tot een boycot van Nike-producten door Westerse consumenten en had tot gevolg dat de Indonesische lokale autoriteiten in Jakarta de minimumlonen optrokken te van 2 dollar naar 3 dollar. Ook kwam er een leeftijdsgrens van 16 jaar. Het ongelukkige neveneffect voor Indonesië was dan wel dat Nike wegtrok naar andere goedkopere productielocaties, eerst naar China en dan Vietnam, met grote werkloosheid in Indonesië in 1992-1994 tot gevolg. Het is dus een heel moeilijke discussie met veel facetten. Dat betekent natuurlijk niet dat wij Westerse bedrijven geen ethisch standpunt kunnen en moeten innemen. In alle eerlijkheid: het is die Nike-crisis in Indonesië naast twee andere gevallen met Chevron en Nestlé die de aanzet is geweest voor een vraag naar meer corporate social responsibility, dat dan 25-30 jaren later uitmondde in ESG-regelgeving. Ondertussen heeft Nike zijn les geleerd: zij waren één van de eersten die supply chain procedures installeerden om doorheen alle geledingen van de ondernemingen een meer rechtvaardige manier te vinden voor alle stakeholders, in casu de werknemers bij die onderaannemers. Vandaag is er geen enkel Westers bedrijf dat het zich kan veroorloven om in onderaanneming kinderen te laten tewerkstellen tegen een hongerloon, al blijven die lonen natuurlijk nog een heel deel lager liggen dan in het Westen wat een comparatief voordeel is voor die landen natuurlijk. De credibiliteit en reputatie van Nike, Zara of H&M zal onmiddellijk de repercussies voelen bij de consument wanneer er onethisch wordt gehandeld op de werkvloer in die landen, ook al zijn ze niet onmiddellijk legaal verantwoordelijk. Ze dienen wel ethisch hun verantwoordelijkheid te nemen.

U zei dat de E en de S van ESG het moeilijkste waren. Is die G van Goed bestuur dan zoveel makkelijker vast te stellen?

Het meten van ESG-criteria is iets van recente datum. Dat valt in het niets als je het vergelijkt met de 250 jaar traditie die bijvoorbeeld accounting heeft.

De G is niettemin relatief makkelijker te meten. We hebben een 160-tal variabelen die we kunnen toetsen om te bepalen of een bedrijf op een goede manier wordt “geleid” of niet. We moeten daarbij ook een onderscheid blijven maken tussen governance of bestuur en management of uitvoering.

In een studie met betrekking tot governance in Indonesië die ik samen met mijn collega aan de Melbourne Business School, waar ik 14 jaar parttime vertoefde, hebben wij die variabelen gereduceerd naar een vijftigtal, waarvan er 10-15 een positieve, maar soms kleine, correlatie hebben met het rendement op activa. Met andere woorden, governance heeft een invloed op de bottom line, maar is vooral in staat om goede fundamenten te leggen en op die manier mogelijke negatieve risico’s substantieel te verminderen voor die ondernemingen.

Maar om ESG echt te omarmen, heb je echter ook de L van Leiderschap nodig, anders riskeert het te veel een tick the box te worden. Het komt erop aan om een verandering op gang te brengen en bij te dragen aan een verbetering.

PV3

De E en de S zijn minder matuur dan de G. Voor de E heb je bijvoorbeeld negen deelgebieden, waarvan de twee belangrijkste biodiversiteit en CO2 zijn omdat die duidelijk een onmiddellijk effect op ons leven kunnen hebben. Maar de echte precieze CO2-impact – S1+S2+S3 zoals de EU-regulering die voorschrijft – is soms moeilijk te berekenen. Vooral de S3 doorheen de hele waardeketting is een probleem. Zo is de (volledige) externe pollutie van een product vaak niet ingeprijsd. Om te digitaliseren is bijvoorbeeld enorm veel energie nodig. Een week met ChatGPT werken vraagt dezelfde input als rond de wereld rijden met je auto. En zo zijn er heel wat voorbeelden. We – en dat impliceert ook ondernemingen – moeten ons leefmilieu ecologisch en sociaal-ethisch veel meer serieus te nemen. De markt en haar prijsmechanisme heeft hier duidelijk gefaald.

Een van de manieren om een ESG-score te berekenen, werd ontwikkeld door mijn collega professor Danny Samson van de Universiteit van Melbourne. De ESG Perform-software is een toolkit die fungeert als een scorecard waarbij de evolutie meetbaar gevolgd kan worden. Dat stelt ondernemingen in staat om op een gestructeerde manier ESG op te volgen, wat verder en dieper gaat dan de huidige ‘beauty sustainability contests’ die je soms in ESG-rapporten waarneemt.

Duurzaamheid en ESG zijn toch ook evolutieve begrippen. Er gaan nu weer stemmen op om de nucleaire energie niet meer uit te sluiten. En zelfs over wapenproductie voor defensiedoeleinden is er opnieuw discussie.

Nucleaire energie wordt nu inderdaad gezien als groene energie als je de CO2-uitstoot wil verminderen en wapens worden u weer aanvaard in de maatschappij vanuit een nieuwe politieke realiteit. Vier jaar geleden was Poetin geen bedreiging, vandaag is dat totaal anders. Ethische waarden kunnen inderdaad veranderen. Het zal erop aankomen om een gulden middenweg te vinden.

Wat is de rol van de raad van bestuur in het ESG-verhaal?

Bestuurders treden veel meer dan vroeger op de voorgrond. Er wordt ook veel van hen verwacht. Zo moeten ze onder meer zorgen voor een voldoende draagvlak in de onderneming om de ESG-veranderingen te kunnen toepassen. Ze worden verondersteld de waarden die de onderneming wil naleven in het leven te roepen en te laten installeren door topmanagement. Voor werknemers staan die waarden vaak wat verder af. Eerlijke communicatie naar stakeholders zoals werknemers en consumenten is daarom van groot belang.

Er is bovendien ook meer druk van regulators, waardoor het controleren of het bedrijf aan alle regels voldoet een pak moeilijker is geworden.

Voor 70% à 80% van hun tijd zijn bestuurders nu bezig met financiële en juridische kwesties en met het vermijden van allerlei risico’s. Dat maakt dat ze te weinig tijd kunnen stoppen in de continuïteit en de strategie van de onderneming.

De bestuurders moeten intussen wel optreden als stewards om de cashflows van de onderneming te beschermen. Als ze door slechte ESG-scores geen goede werknemers kunnen aantrekken, heeft dat gevolgen voor de financiën van het bedrijf. Hetzelfde geldt als ze geen klanten meer kunnen overtuigen omdat de ondernemingen niet groen genoeg wordt geacht.

Wie geen werk maakt van ESG zal daardoor ook een groot deel van investeerders of financiers verliezen. Vandaag de dag willen die dat bedrijven ook hun niet-financiële doestellingen formaliseren. Ze willen ook dat het verhaal dat een bedrijf brengt geloofwaardig is. Opnieuw, communicatie en radicale transparantie met betrekking tot ESG, is daartoe erg belangrijk.

Elk bedrijf zou dan ook een team moeten opleiden dat zich bezighoudt met duurzaamheid en ESG. Of dat moet gebeuren met een Chief Sustainability Officer of met een duurzaamheidscomité, daar heb ik geen pasklaar antwoord op. Je zou zelfs kunnen stellen dat elke Chief Executive Officer ook de Chief Ethical/Ecology Officer is. Met andere woorden: de raad van bestuur en zijn CEO dienen het voorbeeld te geven om ESG te omarmen, maar het is de taak van iedereen op de werkvloer om de transitie naar een meer circulaire en ethische onderneming te realizeren. Ook de consument in haar keuzes en de regulator dienen hun steentje bij te dragen. Let us make the visionary dream come true.

Auteur: Johan Van Geyte
Fotograaf: Robert Smits

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deel dit artikel met je netwerk

Abonneer je en krijg:

Nieuwsbrief

Krijg een melding bij nieuwe publicaties

Kom naar Books & Boards op 12/5

De Bestuurder en Lannoo Campus lanceren een unieke samenwerking. Met een tweejaarlijks event brengen we auteurs en bestuurders samen om over actuele uitdagingen en strategische topics te reflecteren.

Sprekers:

  • Yves van Durme
  • Rachid Et-Taïbi
  • Pieter Bourgeois
  • Ann Claes

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf in real time op de hoogte!

Meer dan 5000+ professionals schreven zich reeds in