Bent u van plan om in het buitenland een bedrijf of een bedrijfsactiviteit over te nemen? Beschouw de financiering ervan dan niet als iets wat u in laatste instantie wel zult regelen want ze is vaak veel complexer dan u denkt. Het onderschatten van dat aspect kan er zelfs voor zorgen dat een grondig voorbereide acquisitie alsnog in het water valt, zeggen Managing Partner Philippe Craninx en specialist financiering Wim Ost van Moore Corporate Finance.
Er zijn voldoende valabele redenen om een buitenlands bedrijf over te nemen. Geografische expansie of het binnenhalen van kennis en technologie zijn hierbij meestal de belangrijkste drijfveren.
Kandidaat-overnemers weten daarbij dat buitenlandse overnames moeilijker zijn dan binnenlandse. Denk nog maar aan de verschillen in taal, gebruiken of leidinggeven, evenals aan de totaal andere juridische en fiscale context.
Toch wordt de financiering als mogelijk struikelblok geregeld over het hoofd gezien, zegt Ost. Verwonderlijk is dat niet want op eerste zicht is de basis is dezelfde als bij een binnenlandse overname. De drie financieringsbronnen zijn immers dezelfde: eigen vermogen, bankfinanciering en alternatieve financiering. Toch blijkt de bank in de praktijk bij een buitenlandse acquisitie vaak moeilijker te doen dan de ondernemer verwacht had.
Waarom uw bank moeilijker doet
Hoe komt dat? Ost ziet daarvoor diverse verklaringen.
- Banken hebben minder kennis over buitenlandse markten. Ze zijn niet vertrouwd met de wetgeving en fiscaliteit in het land van het doelwit en aarzelend over alle andere verschillen. Dat is een probleem want de kredietverlening door de banken is gebaseerd op het inschatten van risico’s. En dat is nu eenmaal moeilijker in een land waarvan je de finesse minder in de vingers hebt.
- Banken hebben minder zicht op de sterkte van de buitenlandse ondernemingen eens de overname gerealiseerd is. Daardoor kunnen ze moeilijker opvolgen of de cashflows bij het doelwit volstaan om de terugbetaling van het overnamekrediet volgens schema te kunnen doen. In België vangt de financiële instelling dat op door te eisen dat ze huisbankier wordt of minstens een substantieel deel van het betalingsverkeer via haar rekeningen loopt. In het buitenland ligt dit moeilijker omdat de bank niet in elk land actief is. Daarnaast spelen ook juridische en fiscale kwesties een rol. Denk dan aan de (fiscale) behandeling van dividenden of aan beperkingen bij transfer pricing. Een vlotte repatriëring van winsten kan nochtans van belang zijn voor een overnemende vennootschap om haar bankschulden af te betalen.
- Banken willen zekerheden. Die zekerheden zijn van belang wanneer ze moeten overgaan tot uitwinning als het (onverhoopt) toch verkeerd loopt. En daar loopt het soms spaak. De wetgeving in het buitenland is vaak anders dan die in België. Daarom stellen de meeste Belgische banken vaak voor om een waarborg in het eigen land te nemen.
- Andere munten, extra risico’s. Als een bedrijf door een buitenlandse overname een onevenwicht krijgt tussen de munten van zijn inkomsten en de munten van zijn uitgaven, loopt het extra risico’s. Bovendien moet het bij leningen in andere munten ook rekening houden met andere intrestvoeten. De extra winst die een bedrijf beoogt door een buitenlandse overname, kan door een tegenvallende wisselkoers volledig wegspoelen. Daarom is het handig proactief naar indekkingen tegen wisselkoersschommelingen te kijken.
Een bedrijf moet trouwens niet streven naar winst via de wisselkoersen, maar bezig zijn met zijn kernactiviteiten. Anders speculeert het.
Voor overnames buiten de Europese Unie komen daar vaak nog extra hindernissen zoals handelsbelemmeringen bovenop. Sinds kort is dat ook het geval voor acquisities in het Verenigd Koninkrijk. De drempel om er een overname te doen, is verhoogd. Het valt trouwens op dat heel wat Britse ondernemingen nu een aanwezigheid in de Europese Unie beogen.
“Een buitenlandse overname is best ook voldoende groot om de sprong te wagen. Wie slechts op een kleine acquisitie mikt, start doorgaans beter de activiteit er zelf op”, aldus Craninx.
Het voordeel van vendor loans
Het is dus noodzakelijk om proactief met uw bank te gaan praten als u een buitenlandse overname overweegt, aldus nog Craninx en Ost. Daarbij brengt u best ook zo’n 5 jaar à 7 jaar aan verwachte kasstromen in kaart.
Daarnaast moet u financieringsmogelijkheden als vendor loans overwegen, waarbij de verkopende partij een krediet verstrekt aan de koper voor (een deel van) de overname. Voor uw bank kan dat een signaal zijn dat de verkopende partij overtuigd is dat de verkochte onderneming voldoende cashflow zal halen om de lening terug te betalen.
Ook kunt u aankloppen bij verschaffers van mezzanine-financieringen, achtergestelde leningen waarbij elementen van schulden en eigen vermogen worden gecombineerd, bijvoorbeeld via leningen waaraan warrants zijn gekoppeld. Maatschappijen die dergelijke leningen verschaffen, zijn soms actief in meerdere landen. Dergelijke financieringsvormen zijn vaak duurder dan klassieke kredieten, maar ze kunnen dienen om een kloof te overbruggen.
In de praktijk wordt ook heel vaak gekeken naar een lokale partij. Buitenlandse financiers doen vaak maar mee als er ook een partij uit het land van het doelwit instapt.
Doe een stresstest voor uw kredietconvenant
Heeft u voor een overname uiteindelijk een zorgvuldige mix aan financiering gevonden, wees dan ten slotte nog even kritisch bij de afronding. Heeft uw bank of een andere financier aan uw lening een kredietconvenant gekoppeld, laat er dan een stresstest op los om na te gaan of het convenant u later niet in de problemen kan brengen bij een tegenslag.
Auteur: Johan Van Geyte
Ontdek de andere artikels over Corporate finance op Corporate Finance 4.0 • De Bestuurder