First things first: wat zijn blockchains ook alweer? Het zijn gedeelde softwaretoepassingen die transacties tussen deelnemers in het netwerk valideren en fraudebestendig vastleggen. In essentie maken blockchain-toepassingen programmeerbare regels mogelijk voor het uitwisselen van waarde en het gezamenlijk bijhouden van gegevens. “Iedereen in het netwerk is het eens over wat er is gebeurd, omdat ze allemaal werken vanuit dezelfde gegevens”, zo noteren de onderzoekers het nog in MIT Sloan Review.
Lacity en Van Hoek hebben voor hun onderzoek meer dan twaalf live blockchain-oplossingen bestudeerd die in gebruik zijn in meerdere industrieën en in een verscheidenheid aan bedrijven – mét inbegrip van oplossingen voor het traceren van zeecontainers, het traceren van voedsel van boer tot bord, het authenticeren van geneesmiddelen, en het compenseren van content creators. Deze eerste-generatietoepassingen leveren bedrijfswaarde op, maar ze verstoren, transformeren of wissen géén bestaande structuren uit. In plaats daarvan vullen ze bestaande technologie, zoals elektronische gegevensuitwisseling en het internet der dingen aan. Ze verhogen bovendien de ROI op die technologie door issues weg te nemen die partners in het ecosysteem gemeenschappelijk hebben. Ze kunnen dus niet worden gekarakteriseerd als een vloedgolf van verstoring, maar als een opkomende vloed die alle schepen lift.
De onderzoekers hebben vijf inzichten geïdentificeerd die bestuurders kunnen helpen om te bepalen waar blockchain-gebaseerde oplossingen waarde kunnen toevoegen voor hun organisaties en hoe ze de implementatie moeten plannen.
1. Succesvolle toepassingen zijn door het bedrijfsleven geleide samenwerkingsverbanden; blockchains zijn een achtergrondverhaal
Uit blockchain-toepassingen van de eerste generatie blijkt dat de technologie eigenlijk nog het gemakkelijkere deel van dergelijke initiatieven is en vaak niet meer dan een achtergrondverhaal. Het moeilijkste stuk? De samenwerking met partners om te kunnen profiteren van de technologische mogelijkheden. De oplossingen in de studie van Lacity en Van Hoek waren door het bedrijfsleven geleide projecten, gericht op het oplossen van uitdagingen op ecosysteem-niveau die goed geschikt bleken te zijn voor een blockchain-backbone. Ze waren “blockchain-enabled” in plaats van “blockchain-toepassingen”, en ze zijn succesvol omdat ecosysteempartners de moeilijke uitdagingen van het samenwerken overwonnen.
Twee van de meest besproken blockchain-enabled oplossingen in productie vandaag – TradeLens, gestart door Maersk, en de IBM Food Trust, gestart bij Walmart – zijn goede voorbeelden. Geen van beide zijn begonnen als blockchain-projecten.
Maersk, een in Denemarken gevestigde wereldwijde rederij, wilde een betere en goedkopere manier om zeecontainers te volgen. In 2013 was het proces nog steeds afhankelijk van papieren documenten van veel supply chain partners en regelgevers. Het bedrijf lanceerde twee afzonderlijke initiatieven: één om de administratieve kosten van de afhandeling van zeecontainers te verminderen en een ander om scheepvaartdocumenten te digitaliseren voor papierloze handel. In 2016 werden de projecten samengevoegd tot het Global Trade Digitization-project. Maersks technologiepartner IBM introduceerde later dat jaar blockchain als een faciliterende technologie. Het project evolueerde in TradeLens.
“Bedrijven stonden aanvankelijk niet te springen om zich aan te sluiten bij een platform dat door een concurrent was gecreëerd”
Concurrenten aan boord halen
Maar om wijdverspreide adoptie te krijgen van belangrijke netwerkdeelnemers zoals havens, terminals en autoriteiten, realiseerde het Deense bedrijf dat ook concurrenten op het platform aanwezig moesten zijn. Dat was de moeilijkste uitdaging, want bedrijven als Mediterranean Shipping Co en Ocean Network Express stonden aanvankelijk niet te springen om zich aan te sluiten bij een platform dat door een concurrent was gecreëerd. Om hun bezorgdheid weg te nemen, heeft Maersk een adviesraad voor klanten opgericht waarin ook concurrenten zetelen voor een meer inclusief en transparant bestuur. Tegen november 2020 had TradeLens een ecosysteem van meer dan 175 organisaties (met meer dan 600 havens en terminals) en had het meer dan 1,6 miljard transport events, 14 miljoen documenten en 34 miljoen containers op de blockchain geplaatst. De zakelijke waarde van het platform? Verminderde administratieve kosten, betere tracering van containers, en snellere verwerking van documenten langs de supply chain.
Bij Walmart was Frank Yiannas, de toenmalige vicepresident van voedselveiligheid, op zoek naar een betere manier om verse producten te traceren door de toeleveringsketen van de retailer. In die tijd kon het weken duren om een uitbraak van E. coli of salmonella tot aan de bron te traceren. IBM, dat ook Walmarts technologieleverancier was, introduceerde opnieuw blockchain. De eerste pilots voor het traceren van mango’s en varkensvlees in Walmarts toeleveringsketen namen weinig tijd in beslag om te ontwikkelen. Maar voor echte traceerbaarheid is deelname van iedereen in het ecosysteem nodig. Veel detailhandelaren kopen in bij dezelfde leveranciers als Walmart, dus concurrenten hebben op het platform zou voordelig zijn voor netwerkeffecten. Omdat het bedrijf zich ervan bewust was dat andere detailhandelaren zich niet graag bij een door Walmart beheerd platform zouden aansluiten, besloot het dat IBM de ecosysteemoplossing, bekend als IBM Food Trust, zou lanceren en beheren.
De nieuwe organisatie richtte een adviesraad op met Walmart, Dole, Nestlé, Kroger, Carrefour, Danone, Driscoll’s, Golden State Foods, en GS1 (een non-profitorganisatie die standaarden voor bedrijfscommunicatie ontwikkelt en onderhoudt) om concurrenten verder te helpen samenwerken. De eerste gebruikers van IBM Food Trust moesten vervolgens hun handelspartners overhalen zich aan te sluiten om end-to-end traceerbaarheid te bereiken. Kleinere partners, vaak met minder technische maturiteit en een kleinere investeringscapaciteit kregen hulp. Zo hebben de ondersteunings- en implementatieteams van Walmart en IBM maandenlang gewerkt om meer dan 100 leveranciers van bladgroenten aan boord te krijgen. Eind 2020 telde de IBM Food Trust meer dan 280 leden, 40 miljoen transacties en 25.000 Stock Keeping Units (SKU’s).
2. Ondernemingen verkiezen private blockchains boven publieke blockchains, maar dat kan veranderen
Net zoals er publieke clouds en private clouds zijn, zo zijn er ook publieke en private blockchains. Veel ondernemingen in het onderzoek van de twee professoren hebben gekozen voor private blockchains om de vertrouwelijkheid te waarborgen. Alleen partijen met toestemming kunnen dus transacties inzien. Zelfs IBM, dat de IT-operator is voor TradeLens, de IBM Food Trust en het We.Trade trade finance platform, kan de gegevens op die blockchains niet interpreteren, tenzij de eigenaars van de gegevens daar toestemming voor geven.
KoreConX is een ander voorbeeld van een op blockchain gebaseerde oplossing die op een privénetwerk is gebouwd. Het biedt particuliere bedrijven de broodnodige toegang tot de wereldwijde kapitaalmarkten. Terwijl publieke bedrijven gemakkelijk toegang hebben tot wereldwijde investeerders die hun smartphone kunnen gebruiken om transacties in enkele seconden uit te voeren, vertrouwen private bedrijven op lokale dealers en makelaars, en het duurt meestal weken om een tegenpartij te vinden, te onderhandelen over een overeenkomst, en goedkeuring te krijgen van hun raden van bestuur. KoreConX lost dit probleem op door kleine en middelgrote ondernemingen te voorzien van een wereldwijd platform voor het beheren van fondsenwerving en compliance-rapportage.
KoreConX koos voor een private blockchain voor het platform omdat “we opereren in een sterk gereguleerde markt”, haalt Kiran Garimella, chief scientist en chief technology officer van het bedrijf, aan bij de onderzoekers. “We konden ons niet voorstellen dat onze kleine bedrijfseigenaren transacties zouden plaatsen op openbare netwerken of zouden leren om hun eigen digitale portemonnee te beheren.” Tegen het einde van 2020 werd KoreConX’s blockchain (KoreChain) ingezet in 23 landen op platformen van vijf verschillende cloud service providers (IBM, Amazon Web Services, Microsoft, Google, en DigitalOcean). Het had 105.000 particuliere bedrijven, samen met 2,8 miljard aandelen, 68 miljoen opties, en 45 miljoen warrants aan boord van het platform gebracht.
“Er lopen veel projecten die zijn ontworpen om de vertrouwelijkheid en schaalbaarheid van publieke blockchains te vergroten, en er is een groeiende acceptatie dat veel bedrijven in de toekomst openbare netwerken zullen gebruiken”
Publieke blockchains steeds interessanter
Ondernemingen kiezen ook meer voor private netwerken omdat ze, naast het aanpakken van vertrouwelijkheidskwesties, meer transacties per seconde kunnen verwerken dan publieke netwerken. Gebrek aan schaalbaarheid is een ernstige beperking voor publieke blockchain-netwerken, die typisch minder dan 20 transacties per seconde verwerken terwijl ze wachten op duizenden nodes in het netwerk om consensus te bereiken over de geldigheid van recente transacties. Private blockchains daarentegen kunnen honderden of zelfs duizenden transacties per seconde verwerken. Om een voorbeeld te geven: KoreChain heeft de capaciteit om ongeveer 318 transacties per seconde te verwerken, oftewel zo’n 10 miljard transacties per jaar.
Maar bedrijfsleiders moeten publieke blockchains niet voorgoed verwerpen. Er lopen veel projecten die zijn ontworpen om de vertrouwelijkheid en schaalbaarheid te vergroten, en er is een groeiende acceptatie dat veel bedrijven in de toekomst openbare netwerken zullen gebruiken. Openbare blockchains zijn qua aantal gebruikers al groter dan particuliere blockchains, en ze worden beheerd door open-sourcegemeenschappen en non-profitorganisaties. Met andere woorden: geen enkele entiteit heeft de touwtjes in handen.
Publieke blockchain in actie
Ernst & Young (EY) zet grote stappen om ondernemingen te helpen bij het gebruik van publieke blockchains door in wezen een “virtuele private blockchain” te ontwikkelen – vergelijkbaar met een virtueel privénetwerk dat is verbonden met het publieke internet, maar waar gegevens privé blijven voor iedereen die niet gemachtigd is om de transactie te zien. Zo ontwikkelde EY “WineChain” om wijnen te authenticeren en het vertrouwen te herstellen in een markt die geplaagd wordt door vervalsingen – namaakwijnen zijn een miljardenbusiness.
Elke wijnfles krijgt een QR-code die wordt getokeniseerd en gepost naar Ethereum, een openbaar open-source blockchainplatform. Klanten kunnen de code scannen met hun smartphone en nagaan of de wijn authentiek is. Wijnproducenten, makelaars, importeurs, groothandelaren, distributeurs en detailhandelaren vertrouwen op Quorum, een private netwerkversie van Ethereum, om het eigendom van de flessen te wijzigen en ze te volgen terwijl ze door de toeleveringsketen gaan. EY koos voor Quorum in afwachting van een marktverschuiving van private naar publieke netwerken; door op Quorum te bouwen met publieke blockchains in het achterhoofd wordt de hercodering die nodig is om in de toekomst over te schakelen naar Ethereum geminimaliseerd.
3. Vertrouwen wordt gevestigd met een onveranderbaar bewijs dat gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, niet door veel gegevens te delen
Een goed ontworpen blockchain-backbone stelt het bewijs veilig dat gebeurtenissen in een bepaalde volgorde hebben plaatsgevonden, zonder dat de gedetailleerde gegevens hoeven te worden gedeeld. Dit wekt vertrouwen. Er worden niet veel gegevens opgeslagen op deze oplossingen van de eerste generatie. De oorspronkelijke gegevens zijn afkomstig van interne registratiesystemen die interageren met de op blockchain gebaseerde toepassing. Het gedeelde grootboek zelf vergrendelt voornamelijk in cryptografische bewijzen van gebeurtenissen. Men kan de blockchain-componenten zien als schaduwsystemen die een lichtgewicht pijplijn bieden die aansluit op de bestaande infrastructuur van elke onderneming.
Deze lessen werden geleerd uit de eerste generatie blockchain toepassingen:
Voldoen aan de GDPR
Zoals Aaron Lieber, IBM’s hoofd van het aanbodbeheer voor TradeLens, het al aangaf bij de onderzoekers: “In het algemeen slaan we niet veel op in de keten.” TradeLens, zoals veel platformen, slaat alleen hashes van gegevens op in de keten, volgens de man. Een hash is een algoritme dat originele gegevens omzet in een uniek nummer, zodat de originele gegevens altijd dat unieke nummer zullen opleveren. Een hash werkt slechts in één richting; gegeven het unieke nummer, is het vrijwel onmogelijk om de originele gegevens te achterhalen. Hoewel ondernemingen de hashes niet van de blockchain zelf kunnen verwijderen, kunnen ze wel de originele gegevens die buiten de keten zijn opgeslagen terughalen. Volgens Lieber is dit ontwerp gekozen om te voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming van de Europese Unie, die beperkt hoe lang bedrijven sommige gegevens mogen bewaren.
MediLedger, een blockchain-enabled platform voor de farmaceutische sector, vereist slechts drie leesbare data-items voor zijn retour-verificatie applicatie. Deze applicatie is gemaakt om de Drug Supply Chain Security Act van 2013 aan te pakken. Die vereist dat Amerikaanse distributeurs eerst verifiëren dat geretourneerde geneesmiddelen authentieke producten zijn en dus geen namaak, én dat ze niet zijn verlopen voordat ze opnieuw worden verkocht. De Amerikaanse Food and Drug Administration zal tot november 2023 geleidelijk eisen, normen en traceringssystemen blijven invoeren. De gevolgen voor de farmaceutische industrie zullen aanzienlijk zijn: het volume van verkoopbare retouren in de Verenigde Staten wordt geschat op 2,5% van het totale verkoopvolume van farmaceutische producten – ongeveer 59 miljoen stuks per jaar.
De enige zichtbare gegevens die MediLedger opslaat in de keten zijn de bedrijfsidentificatie, de medicijnartikelnummers en het URL-eindpunt waar partners in de toeleveringsketen de automatische verificatie voor dat product rechtstreeks bij de fabrikant aanvragen. Een smart contract zorgt ervoor dat alleen de fabrikant met de juiste bedrijfsidentificatie items mag toevoegen aan de lookup directory. Techbedrijf Chronicled fungeert als beheerder van MediLedger; tot de leden van de werkgroep van het project behoren AmerisourceBergen, Amgen, Cardinal Health, Genentech, Gilead, McKesson, Pfizer, Walgreens Boots Alliance, en Walmart.
4. Bedrijfsapplicaties elimineren vertrouwde derde partijen niet; ze introduceren vaak nieuwe
Een deel van de vroege hype over blockchain was dat handelspartners alle voordelen zouden plukken door niet langer vertrouwde derde partijen (TTP’s) nodig te hebben. Maar uit een onderzoek van HFS Research uit 2020 met 318 respondenten van Global 2000-bedrijven bleek dat slechts 6% van de blockchain-toepassingen voor ondernemingen van plan is om tussenpersonen te verwijderen. Dit is consistent met dit nieuwe onderzoek van Lacity en Van Hoek. Bedrijfsapplicaties vertrouwen nog steeds op TTP’s om diensten te beheren, zoals het bedienen van netwerkknooppunten, het beschermen van digitale portemonnees namens klanten, het afdwingen van toegangsregels die door leden zijn ingesteld, en het beheren van software-updates, maar ze hebben niet langer TTP’s nodig om transacties te valideren. EY biedt beheerde diensten aan zoals het testen van slimme contracten, tokenization van activa, analytics, en diensten op het gebied van belastingnaleving voor klanten die applicaties draaien op Ethereum. Ondernemingsdeelnemers van private netwerken zijn meestal rechtspersonen, zoals geregistreerde bedrijven en non-profitorganisaties. Die entiteiten kunnen een enkele organisatie zijn zoals IBM, KoreConX, en Chronicled, of een nieuwe joint venture. Hoe dan ook: er is een nieuwe TTP.
We.Trade is een voorbeeld van een joint-venture TTP. Het We.Trade-platform, gericht op het stroomlijnen van handelsfinanciering, werd eerst in een sandbox ontwikkeld – een virtuele afgesloten ruimte op een pc waarin programma’s kunnen draaien zonder andere processen te verstoren – door een consortium van Europese banken die elk ongeveer $ 200.000 aan financiering bijdroegen, met IBM Blockchain Services als de technologieleverancier. Zoals typisch is voor de meeste consortia, behielden de We.Trade-deelnemers hun eigen juridische status en ondertekenden ze een zeer lichte juridische verbintenis (een memorandum van overeenstemming). Maar om tot productie over te gaan, richtten de partners formeel een in Dublin gevestigde joint venture op van CaixaBank, Deutsche Bank, Erste Group, HSBC, KBC, Natixis, Nordea, Rabobank, Santander, Société Générale, UBS, en UniCredit. “We hadden een juridische entiteit nodig voordat het platform live kon gaan, een entiteit met een goed bestuur, een duidelijke strategie en standaardregels voor het bestuur”, zei Roberto Mancone, die chief operating officer van de joint venture werd, tegen de onderzoekers. In maart 2020 werd het platform gebruikt door handelspartners in 19 landen, bij 17 bedrijven.
5. Oplossingen van de eerste generatie zullen moeten evolueren
Tot nu toe hebben blockchain-enabled applicaties als eilanden geopereerd, wat Harvard Business School professoren Marco Iansiti en Kamir Lakhani in 2017 omschreven als de “lokalisatiefase”. Bovendien zijn er vaak meerdere applicaties die strijden om dezelfde ecosystemen. Zo zijn er naast We.Trade initiatieven voor handelsfinanciering als Marco Polo, eTradeConnect, Contour, en Komgo. En de IBM Food Trust is niet de enige boer-naar-bord-toepassing; VeChain, OpenSC, en Grass Roots Farmers’ Cooperative zijn andere voorbeelden. Hoeveel platformen voor handelsfinanciering en voedseltraceerbaarheid zal de wereld uiteindelijk omarmen? De onderzoekers zien al tekenen van consolidatie en samenwerking voor interoperabiliteit tussen platformen. Een vroeg consortium voor handelsfinanciering, Batavia, is bijvoorbeeld ontbonden toen drie banken vertrokken om zich aan te sluiten bij We.Trade. Om te helpen met interoperabiliteit tussen verschillende platforms, heeft eTradeConnect in oktober 2018 een memorandum van overeenstemming ondertekend met We.Trade.
“De enige manier waarop we waarde voor de hele industrie gaan krijgen, is door anders te denken over samenwerken”
Blockchain als teamsport
De overgang van applicatie-eilanden naar interoperabiliteit vereist wereldwijde normen en nieuwe regelgeving. De early adopters in het onderzoek van Lacity en Van Hoek sluiten zich aan bij consortia om nieuwe standaarden te definiëren, werken samen met regelgevende instanties, dragen bij aan open-source code en betrekken de huidige normalisatie-instanties bij hun ontwerpteams. De IBM Food Trust en TradeLens, bijvoorbeeld, hebben GS1 betrokken bij het verbeteren van bestaande normen om tegemoet te komen aan nieuwe gegevensvereisten. GS1 werkt ook samen met de Blockchain in Transport Alliance (BiTA), die in 2017 werd gelanceerd om gegevensstandaarden voor de hele transportsector te ontwikkelen. Traditionele concurrenten als DHL, FedEx en UPS werken mee aan dit streven.
Dale Chrystie, blockchain-strateeg bij FedEx en voorzitter van de BiTA Standards Council, zei: “De enige manier waarop we waarde voor de hele industrie gaan krijgen, is door anders te denken over samenwerken. Ik noem blockchain al een paar jaar een ‘teamsport’. We moeten samenwerken met onze concurrenten aan zaken die de hele industrie verbeteren, zoals veiligheid, kwaliteit en het verminderen van handelsbarrières over de grenzen heen.”
Altijd als aanvulling
Blockchain is gepresenteerd als een disruptieve technologie die het potentieel heeft om techbedrijven en techlandschappen te revolutioneren. Hoewel het zeker technologische routekaarten kan versnellen, zal het dat hoogstwaarschijnlijk doen als een aanvulling op bestaande technologie. Walmarts bladgroenten blockchain gebruikt barcodes, WineChain gebruikt QR-codes, en transport blockchains gebruiken gegevens van RFID-tags en scanners. De rol van blockchain in deze voorbeelden is dus eerder het versnellen van de verspreiding van gegevens die worden gegenereerd door bestaande technologieën. Als gevolg daarvan neemt de ROI op die bestaande technologieën dankzij blockchain toe. De blockchain wordt zelf waardevoller en rijker aan gegevens.
Het patroon dat zich begint af te tekenen is er een van blockchain die bestaande technologieën aanvult in plaats van ze te vervangen. Of met andere woorden: blockchain profiteert van bestaande technologie-inputs in plaats van ze overbodig te maken. Net zoals ondernemingen van intranetten naar het internet zijn overgestapt toen ze vertrouwen kregen in de technologie, kan de volgende generatie blockchain-toepassingen voor ondernemingen worden gebouwd op openbare platforms. Blockchain kan ook de traditionele bedrijfsmodellen meer verstoren zodra onderwijs, normen en regelgeving de technologie inhalen.
Oplossingen op basis van blockchain zijn er voor leiders en komen voor snelle volgers. Ecosysteempartners moeten worden overtuigd van de bedrijfsvisie, en de technologie-implementatie moet naar de achtergrond worden geschoven. “Bedrijfsleiders geven niet om blockchains”, zegt Garimella van KoreConX. “Het is niet blockchain dat het probleem oplost. Het is de applicatie die op de blockchain zit die het probleem oplost.”
Bron: Ines Van Impe