Vier havenbazen vragen dinsdag in een open brief aan Europese regeringen om de kosten voor industrie te drukken. “De energie-intensieve bedrijven kampen in Europa met veel hogere kosten dan in andere delen van de wereld”, klinkt het. “Met complexere wet- en regelgeving.” De open brief is van de hand van twee Belgen, CEO Daan Schalck van North Sea Port en Jacques Vandermeiren van Port of Antwerp-Bruges. Ook de Nederlandse havenbaas Boudewijn Siemons van Port of Rotterdam en de Duitse Markus Bangen van Duisburger Hafen AG steunen de oproep.
“Er speelt ook mee dat de Verenigde Staten met het omvangrijke steunpakket van de Inflation Reduction Act het voor bedrijven aantrekkelijk maken om daar te investeren in de noodzakelijke vernieuwing. Als overheden daar niets tegenover stellen, blijven investeringen in verduurzaming in Europa uit en verplaatst de industrie zich naar buiten Europa”, waarschuwen de havenbazen. “Bestaande fabrieken hier worden dan zo lang mogelijk in bedrijf gehouden, terwijl ze verouderen en uiteindelijk worden stilgelegd. Dat betekent meer import van buiten Europa met negatieve gevolgen voor het klimaat, onze strategische autonomie en welvaart.”
De impact op de Europese economie zou dramatisch zijn als industriële activiteit wordt teruggeschroefd, klinkt het. “Zij vormt een cruciale poot onder onze havens, naast logistiek en de energiesector. Hiermee is ongeveer 63 miljard euro aan toegevoegde waarde en ruim een half miljoen banen gemoeid.” De twee Belgen trekken samen met de Nederlandse en Duitse havenbaas aan de alarmbel. “De maakindustrie in de driehoek tussen de Vlaams-Nederlandse havens en het Duitse Ruhrgebied is verantwoordelijk voor een groot deel van de Europese productie”, klinkt het. “Bedrijven in chemie en staalindustrie zijn in de havens gevestigd vanwege de aanvoer van, nu nog grotendeels fossiele, grondstoffen en energie. Dit zijn grote uitstoters met een grote verantwoordelijkheid om hun CO2-uitstoot snel te verminderen.”
Toch is die opdracht van belang, want het gaat om bedrijven die ook Europese productie van elektronica, medicijnen en matrassen mogelijk maken, naast windmolens, isolatiemateriaal en zonnecellen. Buitenlandse bedrijfsleiders vragen om een stabiel en werkbaar kader voor industriële activiteit in Europa. “De veelal internationale hoofdkantoren aarzelen nu of zij nog toekomst in Europa zien. Wij maken ons daarover grote zorgen; juist de industrie kan het verschil maken in het verduurzamen van onze samenleving”, klinkt het nog.
De havenbazen verwerpen ook de veronderstelling dat klimaatambities de industriële ontwikkeling beknotten, maar vragen om beleid voor klimaat en industrie “te laten samengaan, zoals onlangs door het Europese bedrijfsleven werd benadrukt in de verklaring van Antwerpen”. Op 17 en 18 april komen bevoegde ministers samen op een Europese industrietop om te spreken over economie en concurrentievermogen.
Belga