De Director Climate Journey van Vlerick Business School en Chapter Zero Brussels is een opleiding gericht op bestuurders. Het programma wil de nodige kennis en vaardigheden aanreiken aan bestuurskamers om duurzame bedrijfspraktijken te ontwikkelen en klimaatverandering aan te pakken. Gastdocent Philippe Joubert, oprichter en CEO van Earth on Board, deelt enkele van zijn inzichten.
Joubert is een Franse zakenman en expert op het gebied van duurzaamheid. Hij heeft uitgebreide ervaring in de energiesector, infrastructuur en financiën en heeft gedurende zijn carrière verschillende hoge posities bekleed bij verschillende bedrijven. Als voormalig CEO van de Alstom-groep, is betrokken geweest bij verschillende MVO-organen, zoals de World Business Council for Sustainable Development, de Corporate Leaders Group on Climate Change en het Cambridge Institute for Sustainability Leadership. De afgelopen jaren leidde hij Earth on Board, een programma om “raden van bestuur te informeren en te begeleiden in hun verantwoordelijkheden en verplichtingen ten aanzien van milieukwesties”. Zijn overtuiging: bedrijven zijn de sleutel tot verandering.
Waarom heeft u Earth on Board gelanceerd?
Na Alstom heb ik besloten me te wijden aan duurzame ontwikkeling, niet als activist, maar door aan bedrijven – aan raden van bestuur, directiecomités en aandeelhouders – uit te leggen dat het bedrijfsmodel dat we tot nu toe hebben gevolgd en dat de natuur als vrij en onbegrensd beschouwde, voorbij is. We hebben de grenzen van de planeet bereikt en we moeten dat veranderen.
Veel mensen zijn niet overtuigd van hun nut en hun rol. Wat ik hen probeer te laten zien is dat ze hoe dan ook in de beweging terechtkomen. Meer bepaald door de nieuwe fysieke risico’s die voortvloeien uit de klimaatverandering.
Laten we het voorbeeld van water nemen. We bekijken het alleen vanuit het oogpunt van de beschikbaarheid of de kwaliteit ervan, zonder te kijken naar de invloed ervan op het hele systeem. Een gebrek aan water kan heel wat activiteiten verlammen. Dat hebben we deze zomer in China gezien. Maar weinig bedrijven maken deze systeemanalyse.
Welke andere risico’s dan de fysieke risico’s kunnen bedrijven lopen wanneer ze vasthouden aan hun traditionele bedrijfsmodel?
Er zijn juridische risico’s. Dat is tegenwoordig het grootste risico voor bedrijven en ook het meest onderschatte. Hieruit resulteren financiële gevolgen en vooral gevolgen voor de reputatie. Meteen is dit ook een verklaring van het succes van groene financiering. Naarmate duurzame inspanningen zichtbaarder wordt, zullen ze investeringsbeslissingen sturen.
Op 24 november kreeg Goldman Sachs een boete van enkele miljoenen dollars wegens misbruik van ESG-ratings. Minder dan het bescheiden bedrag, is het haar reputatie die wordt aangetast. Reputatie is de reden waarom financiers vertrouwen krijgen en middelen aantrekken. Als het vertrouwen wordt aangetast…
Wat moeten bedrijven doen?
De onvermijdelijke verandering van het bedrijfsmodel zal winnaars en verliezers opleveren. De overgang zal niet aangenaam zijn… en vooral abrupt en brutaal. Het eerste wat bedrijven volgens mij moeten doen, is een minder enge focus leggen op de aandeelhouder en een meer maatschappelijke purpose voorop stellen. Managers moeten begrijpen wat het bestaansrecht van een bedrijf is. Dit is het eerste waarnaar moet worden gekeken en dat moet worden geconsolideerd. Weinig bedrijven – als er al bedrijven zijn – zijn opgericht “om geld te verdienen”, om het simpel te zeggen. Ze zijn er om in een maatschappelijke behoefte te voorzien, een behoefte die door alle belanghebbenden wordt aanvaard en gesteund. Het is deze behoefte waarnaar we moeten terugkeren. Kijk naar wat er gebeurde tijdens de covid crisis: regeringen realiseerden zich dat sommige bedrijven noodzakelijker zijn voor de samenleving dan andere. Die komen in de winnaarsrol.
Het tweede punt is veerkracht tegen klimaatverandering. Wat ik tegen raden van bestuur zeg, is dat wanneer je een risicomatrix presenteert, je moet kijken of met alle gevaren rekening is gehouden, of het nu gaat om het milieu of de maatschappij.
Het derde punt is de werkelijke kosten. We moeten ophouden ons te gedragen als valsmunters! Vandaag betalen we dividenden en bonussen op winsten die niet bestaan, omdat we het milieu gratis en onbeperkt tot ons nemen. We betalen de kosten niet, we schuiven de rekening gewoon door naar de volgende generaties.
Kan dit zo doorgaan?
Nee. We zien dat deze externe effecten op de balansen in de kolom ‘schade’ terechtkomen. We besteden veel tijd aan het begrijpen van de boekhoudmechanismen waarmee we het bedrijfsresultaat of het belastingresultaat kunnen optimaliseren, maar we proberen de kosten van de door het mileu geleverde diensten niet te integreren.
Dus hoe bereken je de prijs van het milieu?
Dat is boekhoudkundig gezien erg ingewikkeld. Om het eenvoudig te houden, de prijs van het milieu is voor mij allereerst het effect op onze kosten van het niet-bestaan van de diensten van het milieu. Zoals de kosten van het kopen van bijen door een producent om de afwezigheid van bestuiving te compenseren.
Neem het geval van water. In Frankrijk, België en Italië beginnen sommige grote agrovoedingsconcerns moeite te krijgen om hun watervergunningen te vernieuwen, omdat de lokale overheden die worden drooggelegd hun hulpbronnen willen behouden. Als je op de balansen van al deze mensen een echte prijs op water zet, zullen hun winsten er een beetje anders uitzien.
U sprak over het verlaten van de cultuur van resultaten boven alles. Is dit een boodschap die beleggers zullen horen in een periode van zeer dalende markten?
Het is een probleem dat zichzelf zal oplossen. Er ligt veel nadruk op die 10%-15% kortetermijnbeleggers. Het lawaai dat zij maken met hun transacties – om nog maar te zwijgen van het lawaai van algoritmes die automatisch handelen – doet mensen de langetermijnbeleggers vergeten die de lange termijn kunnen zien en begrijpen. Zij zijn zich ervan bewust dat de drijvende krachten achter toekomstige resultaten zullen draaien om sociale en milieu-uitdagingen.
De andere fout is de milieu- en maatschappelijke overgang als een kostenpost te beschouwen, terwijl het een investering is.
Overgenomen van Delano, het origineel artikel is te lezen via deze link
Wil je de klimaatcrisis en de risico’s en kansen voor jou als bestuurder en voor jouw bedrijf beter begrijpen? De Director Climate Journey is de perfecte plek voor bestuursleden om:
- Klimaatcompetent te worden in een veilige, vertrouwelijke ruimte
- Te leren van experts op het gebied van klimaat, corporate governance en bedrijfsleven
- Een netwerk op te bouwen van gelijkgestemde collega’s om ideeën en ervaringen mee te delen.
Dit certificeringsprogramma, speciaal ontworpen voor leden van de Raad van Bestuur, wordt georganiseerd door Chapter Zero Brussels in samenwerking met Vlerick Business School. De opleiding start op 20 maart en omvat 8 sessies (mix van virtueel en in-person). Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer
- De veranderende rol van raden van bestuur in de context van klimaatverandering
- Klimaatwetenschap: oorzaken, emissies, gevolgen en implicaties
- Materialiteit, betrokkenheid van belanghebbenden, rapportage en openbaarmaking
- Duurzame financiering en koolstofmarkten
- Klimaatstrategie en bedrijfstransformatie
Abonnees van De Bestuurder krijgen een korting van 10% op de opleiding.
Inschrijven met korting kan via deze link: https://www.chapterzerobrussels.eu/dcjregistration