Opleiding: Board Insights: 4 sessies, volgende sessie op 24/05 • Schrijf je hier in

Search

Nieuw: Book & Boards Event op 12/05
Bekijk de sprekers

Opleiding: Board Insights: 4 sessies, volgende sessie op 24/05 • Schrijf je hier in

Search
Close this search box.

Dividendbeslissingen in familiebedrijven

Het EU-beleid beschouwt toegang tot financiering als een van de belangrijkste uitdagingen voor familiebedrijven, wat aandacht voor de financieringsbeslissingen van deze bedrijven rechtvaardigt. De betaling van dividenden vermindert immers aanzienlijk de interne financiële middelen waarover het bedrijf beschikt. Zoals geïllustreerd door de Covid-19 pandemie, tijdens dewelke vele bedrijven van verschillende grootte (zowel privaat als publiek) hun dividenduitkeringen geschrapt of hun dividendbeleid gewijzigd om de interne liquide middelen van het bedrijf te verhogen. 

Hoewel we een groeiende academische aandacht zien voor de financiering van familiebedrijven (vooral wat betreft hun kapitaalstructuur), blijft het dividendbeleid van familiebedrijven een black box. Vooral in deze groep van bedrijven is het belangrijk om onze kennis verder uit te breiden omdat dividenden cruciaal zijn voor het besturen van de familie en het bedrijf, alsook voor het managen van de investeringen van het bedrijf. 

Prof. dr. Anneleen Michiels van het Research Center for Entrepreneurship and Family firms aan de UHasselt en Prof. Dr. Vincent Molly van het Family Business Competence Center aan Antwerp Management School deden onderzoek naar dividendbeslissingen van familiebedrijven. Hun studie geeft voor het eerst een volledig overzicht van dividendbeslissingen in familiebedrijven, dat een uitstekende basis vormt voor het uitwerken van toekomstige studies op dit gebied. 

De dividendpuzzel in familiebedrijven

Dividendbeleid kan beschouwd worden als een zeer belangrijke financiële beslissing die familiebedrijven moeten nemen in de afweging tussen winstbehoud versus uitkering (i.e. liquiditeit verschaffen aan de familie). Ondanks de brede theoretische en empirische analyse in de financiële literatuur, blijven dividendbeslissingen een complex -zelfs mysterieus – onderwerp op het gebied van bedrijfsfinanciering. Dividenden werden immers oorspronkelijk als irrelevant beschouwd door Modigliani en Miller (1958), die verklaarden dat de rijkdom van de aandeelhouders niet zal worden beïnvloed door de beslissing over dividenduitkering. Sterker nog, dividenden zijn minder gunstig dan vermogenswinsten vanwege de belastingheffing. 

Toch betalen de meeste bedrijven dividenden, en doen ze dat zelfs regelmatig. Deze “dividendpuzzel” is nog complexer in familiebedrijven, aangezien familiebedrijven worden gekenmerkt door een bijzondere financiële logica die tot uiting komt in hun dividendbeleid. Bovendien hebben familiebedrijven te maken met een uniek belangenconflict, namelijk het intra-familiale belangenconflict tussen actieve en passieve familieaandeelhouders (d.w.z. familiale aandeelhouders die actief deelnemen aan het management, en familiale aandeelhouders die niet in het familiebedrijf werken), wat de dividendbeslissing nog ingewikkelder maakt. 

Wat weten we? 

Academische studies hebben zich tot nu toe voornamelijk gericht op drie onderzoeksvragen: 

Betalen familiebedrijven vaker dividend dan niet-familiebedrijven?
Sommige studies zeggen “ja” en argumenteren dat dit komt omdat familiebedrijven er gewoonlijk naar streven de familiale eigenaars een stabiele inkomstenstroom te bezorgen om hun kosten van levensonderhoud te financieren. Intra-familiale belangenconflicten tussen actieve en passieve aandeelhouders lijken de waarschijnlijkheid dat familiebedrijven dividenden uitkeren verder te vergroten. Andere studies zeggen “nee” omdat zij vinden dat familiebedrijven minder geneigd zijn om dividenden uit te keren. Zij geven er de voorkeur aan om de controle te behouden, en daarom het geld binnen het bedrijf te houden.

Betalen familiebedrijven hogere dividenden dan niet-familiebedrijven?
Ook hierover bestaat geen consensus in het huidige onderzoek. Sommige studies zeggen “ja” en stellen dat dit komt doordat familiale eigenaren hoge ingehouden winsten beschouwen als een ongewenste concentratie van bedrijfsspecifiek risico, en daarom de voorkeur geven aan hogere dividenden. Deze kunnen immers opnieuw worden geïnvesteerd in andere bedrijven, of kunnen worden gebruikt voor persoonlijke consumptie. Een ander argument is dat familiebedrijven hogere dividenden betalen omdat dit een gevolg is van het feit dat beleggers hogere dividenden eisen van bedrijven met het hoogste risico op uitbuiting van minderheidsaandeelhouders.

Een andere onderzoeksstroom komt tot de bevinding dat familiebedrijven lagere dividenden betalen dan niet-familiebedrijven en stelt dat dit komt omdat familiebedrijven kwetsbaarder zijn voor uitbuiting van minderheidsaandeelhouders. Bovendien geven zij er de voorkeur aan interne middelen te gebruiken om hun investeringen te financieren, omdat zij de controle willen behouden en dus niet hun toevlucht hoeven te nemen tot vreemd vermogen.

Keren familiebedrijven stabielere dividenden uit dan niet-familiebedrijven?
Het antwoord lijkt “ja” te zijn, omdat familiebedrijven hun dividenden egaliseren om toekomstige financieringsbeperkingen te voorkomen, zoals het opraken van kapitaal en daarmee toekomstige investeringen in gevaar brengen.

Waar moeten we heen? 

Vincent Molly en Anneleen Michiels onderzochten systematisch 47 artikels over dividendbeslissingen in familiebedrijven, gepubliceerd tussen 2001 en 2020 in een brede waaier van financiële, economische en managementtijdschriften. De onderzoekers duiden drie belangrijke punten waarmee toekomstig onderzoek rekening zou moeten houden. 

  • Ten eerste moeten zij een gedragsmatige visie hanteren om de dividendbeslissingen en het dividendgedrag van familiebedrijven beter te begrijpen.
  • Ten tweede moeten zij zich meer richten op het belangrijkste type familiebedrijf, d.w.z. kleine en middelgrote ondernemingen.
  • Ten derde zouden onderzoekers moeten onderzoeken hoe de heterogeniteit van familiebedrijven de dividendbeslissingen en -uitkomsten beïnvloedt. Zo zullen bijvoorbeeld familiebedrijven in eerste generatie waarschijnlijk een heel andere kijk hebben op dividendbeslissingen dan familiebedrijven in de derde of latere generatie, met een complexe familiestructuur. Zo zullen ook bestuursstructuren waarschijnlijk meer opties geven met betrekking tot de betrokkenheid van familie-eigenaren (psychologisch dividend) versus het uitkeren van winst.

 Het volledige onderzoek is te downloaden via deze link 

Bekijk de resultaten van het onderzoek on deze video: 

Voor meer informatie: Prof. dr. Anneleen Michiels, Research Center for Entrepreneurship and Family firms UHasselt, anneleen.michiels@uhasselt.be 

Bron: GUBERNA

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deel dit artikel met je netwerk

Abonneer je en krijg:

Nieuwsbrief

Krijg een melding bij nieuwe publicaties

Kom naar Books & Boards op 12/5

De Bestuurder en Lannoo Campus lanceren een unieke samenwerking. Met een tweejaarlijks event brengen we auteurs en bestuurders samen om over actuele uitdagingen en strategische topics te reflecteren.

Sprekers:

  • Yves van Durme
  • Rachid Et-Taïbi
  • Pieter Bourgeois
  • Ann Claes

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf in real time op de hoogte!

Meer dan 5000+ professionals schreven zich reeds in